Dit uit het Amerikaans vertaalde boek schetst Selma Fraiberg de eerste zes levensjaren van het kind. Niet wetenschappelijk zwaarwichtig, maar goed gefundeerd. De schrijfster geeft voortdurend blijk van een gedegen inzicht in de klassieke psychoanalytische theorie, die zij echter bijzonder knap weet te verbinden met de laatste ontwikkelingen van de psychoanalyse in Amerika. Toch is het in eerste instantie een praktisch boek, waarin met veel gezond verstand en groot gevoel voor humor de normale ontwikkeling van het kind beschreven wordt.

Dit boek vertelt over de eigen wereld van het kind in zijn eerste zes levensjaren. Een magische wereld, waarover de inleiding zegt: 'Alleen volwassenen menen , dat de kinderjaren een paradijs zijn, een tijd van onschuld en onbekommerde blijdschap. De herinnering aan deze gouden tijd is een fictie; op dit punt schiet ons geheugen te kort.' Een juiste benadering van het kind vooral in deze jaren is van doorslaggevend belang voor een gezonde en evenwichtige uitgroei. Een beter begrip voor die magische wereld maakt bovendien het omgaan met kinderen tot een nog boeiender avontuur.